Numbers - Objecten spiegelen en roteren

background image

Objecten spiegelen en roteren

U kunt elk gewenst object spiegelen of roteren. Zo kunt u een afbeelding van een pijl
die u in het document wilt gebruiken, in verschillende richtingen laten wijzen. U kunt
de richting van de pijl verticaal of horizontaal wijzigen of de pijl met elke gewenste
hoek draaien.

Manieren om de richting van een object te wijzigen:
Om een object horizontaal of verticaal te spiegelen, selecteert u het object en kiest u

m

vervolgens 'Orden' > 'Spiegel horizontaal' of Orden' > 'Spiegel verticaal'.

246

Hoofdstuk 9

Werken met vormen, afbeeldingen en andere objecten

background image

Hoofdstuk 9

Werken met vormen, afbeeldingen en andere objecten

247

U kunt ook op de knop 'Info' in de knoppenbalk klikken, op de knop 'Formaatinfo'
klikken en vervolgens de spiegelknoppen gebruiken.
Om een object te roteren, selecteert u het object, houdt u de Command-toets

m

ingedrukt en verplaatst u de aanwijzer in de richting van een actieve selectiegreep
totdat deze verandert in een gebogen, tweepuntige pijl. Vervolgens sleept u de
selectiegreep.
Om een object in stappen van 45 graden te roteren, houdt u de Shift- en Command-
toets ingedrukt terwijl u een selectiegreep sleept.
U kunt ook op de knop 'Info' in de knoppenbalk klikken, op de knop 'Formaatinfo'
klikken en vervolgens de knop 'Roteer' slepen of het veld 'Hoek' gebruiken om de
hoek van het object in te stellen.
Om een vorm te roteren zonder de richting van de tekst in de vorm te wijzigen, kiest

m

u na het roteren van de vorm 'Opmaak' > 'Vorm' > 'Stel tekst- en objecthandgrepen
opnieuw in'.