Numbers - Objecten via een aanpasbare lijn met elkaar verbinden

background image

Objecten via een aanpasbare lijn met elkaar verbinden

Wanneer u twee objecten via een lijn met elkaar wilt verbinden, kunt u het best een
verbindingslijn gebruiken (in plaats van een afzonderlijke lijn als vorm aan te maken).
Twee objecten met een verbindingslijn blijven met elkaar verbonden, zelfs als u de
objecten verplaatst.

Twee objecten via een verbindingslijn met elkaar verbinden

1

Houd de Command-toets ingedrukt en klik op de twee objecten die u met elkaar wilt

verbinden. Kies vervolgens 'Voeg in' > 'Verbindingslijn'.
Er wordt een rechte lijn tussen de geselecteerde objecten weergegeven. Wanneer
u de afzonderlijke objecten verplaatst, veranderen de lengte en de positie van de
verbindingslijn, zodat de objecten met elkaar verbonden blijven.

2

Om een gebogen verbindingslijn te maken, sleept u het witte bewerkingspunt in het

midden van de lijn.
Als u de objecten naar verschillende posities in een werkblad sleept, wordt de
kromming van de lijn aangepast, zodat de objecten met elkaar verbonden blijven.

3

Om ruimte in te voegen tussen het einde van de lijn en een van de verbonden

objecten (zodat de lijn en het object elkaar niet raken), sleept u het blauwe
bewerkingspunt aan het einde van de lijn weg van het object.
Wanneer u de objecten verplaatst, blijft de ruimte tussen de lijn en het verbonden
object gehandhaafd.

244

Hoofdstuk 9

Werken met vormen, afbeeldingen en andere objecten

background image

Hoofdstuk 9

Werken met vormen, afbeeldingen en andere objecten

245

4

Om de kleur, stijl, dikte of eindpunten van de lijn te wijzigen, maakt u de

verbindingslijn op met de functies in de opmaakbalk of het infovenster 'Afbeelding'
die u ook voor andere lijnen gebruikt. Zie “Objecten wijzigen” op pagina 245 voor meer
informatie over het wijzigen van deze kenmerken.