Numbers - Koptekstrijen of koptekstkolommen aan een tabel toevoegen

background image

Koptekstrijen of koptekstkolommen aan een tabel toevoegen

Met koptekstrijen en -kolommen kunt u rijen en kolommen labelen. Koptekstrijen
en -kolommen hebben een andere opmaak dan de overige rijen en kolommen in de
tabel, zodat ze duidelijk zichtbaar zijn. Koptekstrijen staan altijd direct boven de eerste
tabelrij. Koptekstkolommen staan altijd direct links van de eerste tabelkolom.

U kunt maximaal vijf koptekstrijen en vijf koptekstkolommen gebruiken. Meerdere
kopteksten zijn handig als u namen aan twee of meer koptekstkolommen of
koptekstrijen wilt toewijzen. Om een koptekst zo op te maken dat deze meerdere
rijen of kolommen omspant, voegt u de koptekstcellen samen, zoals beschreven in
“Tabelcellen samenvoegen” op pagina 94.

Als een tabel zowel koptekstrijen als koptekstkolommen heeft, behoren de cel of
cellen linksboven tot de koptekstrij. Koptekstkolommen worden onder eventuele
koptekstrijen weergegeven.

Rijen met koptekst en kolommen met koptekst kunnen zo worden gedefinieerd dat ze
aan het begin van de tabel worden weergegeven. Als de tabel meerdere pagina's in
beslag neemt, worden deze op elke pagina weergegeven. Klik in de afdrukweergave
op de gewenste knop voor koptekst in de opmaakbalk en kies 'Herhaal koptekstrijen
op elke pagina'. Als een tabel doorloopt over meerdere pagina's en u de tekst bewerkt
of de vormgeving van een koptekstrij of koptekstkolom op één plek wijzigt, wordt
deze wijziging overal in de tabel consistent doorgevoerd.

Zie “

Â

Een werkblad in pagina's verdelen” op pagina 46 voor meer informatie over de

afdrukweergave.
Zie “

Â

Koptekstrijen en koptekstkolommen vastzetten” op pagina 69 voor meer

informatie over het in beeld houden van kopteksten wanneer u niet in de
afdrukweergave werkt.

Manieren om koptekstrijen of -kolommen toe te voegen of te verwijderen:
Als een tabel geen koptekstrij of -kolom bevat, selecteert u de tabel en klikt u in de

m

opmaakbalk op de gewenste knop voor het toevoegen van een koptekstrij of -kolom.
Klik nogmaals op de knop om de koptekstrij of -kolom te verwijderen.

68

Hoofdstuk 3

Werken met tabellen

background image

Hoofdstuk 3

Werken met tabellen

69

Klik in de knoppenbalk op het driehoekje naast een knop voor het toevoegen van

m

een koptekstrij of -kolom en kies uit het venstermenu het aantal koptekstrijen of
-kolommen dat u wilt toevoegen. Kies '0' om alle koptekstrijen of koptekstkolommen
te verwijderen.

Hiermee voegt u kolommen met koptekst toe.

Hiermee voegt u rijen met koptekst toe.

Om een koptekstrij of -kolom te verwijderen, plaatst u de muisaanwijzer op de

m

verwijzingslabel van een koptekstrij of -kolom om de menupijl weer te geven.
Vervolgens klikt u op de pijl en kiest u 'Verwijder rij' of 'Verwijder kolom' uit het
venstermenu.
Selecteer een tabel of onderdeel van een tabel. Klik op de knop 'Info' in de

m

knoppenbalk, klik op de knop 'Tabelinfo' en klik vervolgens op de juiste knop voor
kop- en voetteksten. Kies het aantal koptekstrijen of -kolommen uit het venstermenu.
Selecteer een tabel of onderdeel van een tabel en kies vervolgens 'Tabel' >

m

'Koptekstrijen' of 'Tabel' > 'Koptekstkolommen'. Kies vervolgens het aantal
koptekstrijen of -kolommen uit het submenu.
U kunt de eerste tabelrij of de eerste tabelkolom omzetten in een koptekstrij of een

m

koptekstkolom. Plaats de muisaanwijzer op de verwijzingslabel van een tabelrij of
-kolom om de menupijl weer te geven. Klik op de pijl en kies vervolgens 'Zet om in
koptekstrij' of 'Zet om in koptekstkolom' uit het venstermenu. Deze opties kunt u
alleen kiezen als er vier of minder bestaande koptekstrijen of -kolommen zijn.

Cellen met koptekst spelen een belangrijke rol bij het aanmaken en leesbaar maken
van formules in tabelcellen. Zie “Naar cellen verwijzen in formules” op pagina 139 voor
meer informatie.