Objecten selecteren
Voordat u objecten kunt verplaatsen, wijzigen of op een andere manier kunt
bewerken, moet u deze selecteren. Een geselecteerd object is voorzien van grepen
waarmee u het object kunt verplaatsen of bewerken.
Manieren om objecten te selecteren of om de selectie ervan op te heffen:
Om een tabel te selecteren, klikt u in het paneel 'Werkbladen' op de naam van
m
de tabel. Zie “Tabellen en tabelonderdelen selecteren” op pagina 59 voor andere
technieken voor het selecteren van een tabel.
Om afzonderlijke objecten te selecteren, klikt u op een willekeurige plaats in het
object. Om een object zonder vulling te selecteren, klikt u op de rand.
Om tegelijkertijd meerdere objecten in een werkblad te selecteren, houdt u de Shift-
m
toets ingedrukt terwijl u op de desbetreffende objecten klikt.
Om alle objecten in een werkblad te selecteren, klikt u op het werkblad en drukt u op
m
Command + A.
Om een object te selecteren dat deel uitmaakt van een groep, moet u eerst de
m
groepering van de objecten opheffen. Hiervoor selecteert u de groep en kiest u
'Orden' > 'Hef groep op'.
Om de selectie van objecten in een groep van geselecteerde objecten op te heffen,
m
houdt u de Command-toets ingedrukt en klikt u vervolgens op de objecten waarvan u
de selectie wilt opheffen.