Objecten snel met elkaar uitlijnen
Met menucommando's kunt u objecten in hetzelfde werkblad snel met elkaar uitlijnen
of op gelijke afstand van elkaar plaatsen. Eerst selecteert u alle objecten die u wilt
uitlijnen (houd de Shift-toets of de Command-toets ingedrukt en klik op de gewenste
objecten).
Geselecteerde objecten uitlijnen
Om de objecten met elkaar uit te lijnen, kiest u 'Orden' > 'Lijn objecten uit' en kiest u
m
vervolgens een van de uitlijningsopties uit het submenu.
Links: Hiermee worden de linkerranden van de objecten verticaal met elkaar
uitgelijnd ten opzichte van het eerste object dat u hebt geselecteerd.
Midden: Hiermee worden de middelpunten van de objecten verticaal met elkaar
uitgelijnd ten opzichte van het eerste object dat u hebt geselecteerd.
Rechts: Hiermee worden de rechterranden van de objecten verticaal met elkaar
uitgelijnd ten opzichte van het eerste object dat u hebt geselecteerd.
Boven: Hiermee worden de bovenste randen van de objecten horizontaal met elkaar
uitgelijnd ten opzichte van het eerste object dat u hebt geselecteerd.
Midden: Hiermee worden de objecten verticaal verplaatst zodat hun middelpunten
horizontaal met elkaar worden uitgelijnd ten opzichte van het eerste object dat u hebt
geselecteerd.
Onder: Hiermee worden de onderste randen van de objecten horizontaal met elkaar
uitgelijnd ten opzichte van het eerste object dat u hebt geselecteerd.
Om de objecten op gelijke afstand van elkaar te plaatsen in het werkblad, kiest u
m
'Orden' > 'Verdeel objecten' en kiest u vervolgens een optie uit het submenu.
Horizontaal: Hiermee past u de horizontale afstand tussen de objecten aan.
Verticaal: Hiermee past u de verticale afstand tussen de objecten aan.
U kunt objecten ook met elkaar uitlijnen door de objecten te slepen, waarbij u aan
de hand van hulplijnen kunt bepalen of de objecten op de juiste positie staan. Zie
“Hulplijnen gebruiken” op pagina 241 voor meer informatie.