Numbers - Hulplijnen gebruiken

background image

Hulplijnen gebruiken

Hulplijnen worden automatisch weergegeven en verborgen wanneer u objecten in
een werkblad sleept en geven informatie over de relatieve positie van het object.
Hulplijnen kunnen bijvoorbeeld worden weergegeven wanneer objecten in het
midden of met de randen zijn uitgelijnd.

Hulplijnen worden alleen weergegeven wanneer u een object sleept. Als u de
muisknop loslaat, verdwijnen de hulplijnen. U kunt hulplijnen in verschillende kleuren
weergeven, zodat u gemakkelijker kunt zien welke objecten worden uitgelijnd
wanneer u objecten sleept. Als u hulplijnen inschakelt of de kleur van hulplijnen
wijzigt, gelden die instellingen voor alle documenten die u in Numbers opent.

background image

Manieren om met hulplijnen te werken:
Om opties voor hulplijnen in te stellen, kiest u 'Numbers' > 'Voorkeuren' en klikt u op

m

'Linialen'. Selecteer de gewenste opties om in te stellen wanneer de hulplijnen worden
weergegeven:
Als u hulplijnen wilt weergeven wanneer het midden van een object met een ander
object wordt uitgelijnd, schakelt u het aankruisvak 'Toon hulplijnen in midden van
object' in.
Als u hulplijnen wilt weergeven als de randen van een object met een ander object
worden uitgelijnd, schakelt u het aankruisvak 'Toon hulplijnen langs randen van object'
in.
U kunt de kleur van hulplijnen wijzigen door op het kleurenvak voor de hulplijnen te

m

klikken en vervolgens een kleur te selecteren in het venster 'Kleuren'.
U kunt hulplijnen tijdelijk verbergen door de Command-toets ingedrukt te houden

m

terwijl u een object sleept.

U kunt objecten ook uitlijnen door met x- en y-coördinaten de exacte positie van de
objecten op te geven. Zie “Objecten plaatsen door x- en y-coördinaten op te geven” op
pagina 242.

U kunt ook op elke gewenste locatie nieuwe hulplijnen aanmaken om objecten sneller
op de juiste positie te plaatsen. Zie “Nieuwe hulplijnen aanmaken” op pagina 242.