Numbers - Onderscheid maken tussen absolute en relatieve celverwijzingen

background image

Onderscheid maken tussen absolute en relatieve celverwijzingen

Met behulp van absolute en relatieve celverwijzingen kunt u aangeven welke cel moet
worden aangeduid als de formule gekopieerd of verplaatst wordt.

Een relatieve celverwijzing (A1): Wanneer de formule wordt verplaatst, blijft de
verwijzing ongewijzigd. Als de formule echter wordt geknipt of gekopieerd en
vervolgens wordt geplakt, wordt de celverwijzing aangepast zodat de positie ervan
ten opzichte van de formulecel gelijk blijft. Als cel C4 bijvoorbeeld een formule bevat
met 'A1' en u de formule kopieert en vervolgens plakt in cel C5, wordt de celverwijzing
in C5 gewijzigd in 'A2'.

Een celverwijzing met absolute rij- en kolomcomponenten ($A$1): Als de formule
wordt verplaatst of gekopieerd en geplakt, blijft de celverwijzing ongewijzigd. Een
absolute rij- of kolomcomponent wordt aangeduid met een dollarteken ($). Als cel C4
bijvoorbeeld een formule bevat met de celverwijzing '$A$1' en u de formule kopieert
en plakt in C5 of D5, blijft de celverwijzing in C5 of D5 '$A$1'.

142

Hoofdstuk 6

Werken met formules in tabellen

background image

Hoofdstuk 6

Werken met formules in tabellen

143

Een celverwijzing met een absolute rijcomponent (A$1): De kolomcomponent is relatief
en wordt mogelijk aangepast, omdat deze afhankelijk is van de plaats van de
formulecel. Als cel C4 bijvoorbeeld een formule bevat met de waarde 'A$1' en u de
formule kopieert en plakt in D5, wordt de celverwijzing in D5 gewijzigd in 'B$1'.

Een celverwijzing met een absolute kolomcomponent ($A1): De rijcomponent is relatief
en wordt mogelijk aangepast, omdat deze afhankelijk is van de plaats van de
formulecel. Als cel C4 bijvoorbeeld een formule bevat met de waarde '$A1' en u de
formule kopieert en plakt in C5 of D5, wordt de celverwijzing in C5 of D5 gewijzigd in
'$A2'.

Zowel de formulecel als de cellen waarnaar wordt verwezen, zijn geselecteerd: Wanneer u
de selectie verplaatst, blijft de formule ongewijzigd, ongeacht of de celverwijzingen
relatief of absoluut zijn.

Manieren om aan te geven of de componenten van celverwijzingen absoluut zijn:
Typ de celverwijzing in een van de notaties die hierboven worden beschreven.

m

Klik op het driehoekje van een celverwijzing en kies een optie uit het venstermenu.

m

Selecteer een celverwijzing en druk op Command + K om de verschillende opties te

m

tonen.