De kenmerken van een tabelstijl wijzigen
U kunt de weergave van een tabel wijzigen door de kenmerken van de toegepaste
tabelstijl aan te passen.
Manieren om de kenmerken van een tabelstijl te wijzigen:
Om de achtergrondkleur van een tabel, cellen met koptekst of normale cellen
m
te wijzigen, selecteert u de tabel of de cellen en klikt u op het vak 'Vulling' in de
opmaakbalk.
Met behulp van het venstermenu 'Celachtergrond' in het infovenster 'Tabel' kunt u
uitgebreidere wijzigingen op de selectie uitvoeren. Zie “Een kleur of afbeelding als
vulling voor een object gebruiken” op pagina 252 voor instructies voor het gebruik van
deze knoppen.
U kunt de mate van ondoorzichtigheid van de achtergrond wijzigen met behulp van
de schuifknop 'Ondoorzichtigheid' in het infovenster 'Afbeelding'. Zie “De mate van
ondoorzichtigheid van objecten aanpassen” op pagina 251 voor instructies.
Om de lijn en kleur van tabelcelranden te wijzigen, volgt u de instructies in “
m
De rand
van tabelcellen opmaken” op pagina 96.
Om de tekst in een of meer cellen op te maken, selecteert u de cellen.
m
U kunt de kleur, uitlijning en afstand van de tekst in een cel wijzigen via de
opmaakbalk of het infovenster 'Tekst' (klik op de knop 'Info' in de knoppenbalk en klik
vervolgens op de knop 'Tekstinfo').
Om de lettertypekenmerken te wijzigen, gebruikt u het venster 'Lettertypen' (klik op
de knop 'Letter' in de knoppenbalk).
Om de tabelstijl voor de hele spreadsheet opnieuw te definiëren aan de hand van uw
wijzigingen, klikt u op het driehoekje rechts naast de stijl en kiest u 'Herdefinieer stijl
volgens tabel'. Alle tabellen in de spreadsheet waarop deze stijl is toegepast, worden
bijgewerkt aan de hand van uw wijzigingen. Uw overschrijvingen blijven hierbij
ongewijzigd.
U kunt op basis van uw wijzigingen ook een nieuwe stijl aanmaken door op het
driehoekje naast de stijl te klikken en vervolgens 'Maak nieuwe stijl aan' te kiezen.