Voorwaardelijke opmaak wijzigen en beheren
U kunt de volgende technieken gebruiken:
Om naar alle cellen in een tabel te zoeken waaraan dezelfde regels voor
m
voorwaardelijke opmaak zijn toegekend als aan een bepaalde cel, selecteert u de cel,
klikt u op 'Toon regels' in het infovenster 'Cel' en klikt u vervolgens op 'Selecteer alles'.
Alle cellen in de tabel waaraan dezelfde regels zijn toegekend worden geselecteerd.
Om alle voorwaardelijk opmaak te verwijderen die aan de cellen in een tabel is
m
toegekend, selecteert u de cellen en klikt u op 'Toon regels' in het infovenster 'Cel'.
Vervolgens klikt u op 'Wis alle regels'.
Om dezelfde regels voor voorwaardelijke opmaak aan cellen in andere tabellen toe
m
te kennen, selecteert u de cel met de regels die u wilt hergebruiken en kiest u 'Wijzig'
> 'Kopieer'. Vervolgens selecteert u een of meer cellen in een andere tabel en kiest u
'Wijzig' > 'Plak'.
Om een regel voor voorwaardelijke opmaak toe te voegen of te verwijderen, klikt u op
m
de knop met het plusteken of het minteken in het venster 'Voorwaardelijke opmaak'.
Om een regel aan te passen, wijzigt u de bijbehorende venstermenu-opties,
m
testwaarden of opmaak. U kunt de volgende technieken gebruiken om met
testwaarden te werken die zijn opgegeven als celverwijzingen:
Een testwaarde verwijderen die uit een celverwijzing bestaat: Klik in het veld met de
testwaarde en druk op de Delete-toets.
Een celverwijzing vervangen door een andere celverwijzing: Klik in het veld met de
testwaarde en klik in een andere cel in dezelfde tabel of in een andere tabel.
Een tekstuele testwaarde vervangen door een celverwijzing: Klik in het veld met de
testwaarde, klik op het kleine blauwe cirkeltje en klik vervolgens in een tabelcel.