Numbers - Werken met getalnotaties in tabelcellen

background image

Werken met getalnotaties in tabelcellen

Met een getalnotatie bepaalt u hoe decimalen, negatieve getallen en het
scheidingsteken voor duizendtallen worden weergegeven.

background image

Om een getalnotatie met twee decimalen, negatieve getallen en een scheidingsteken
voor duizendtallen te definiëren, selecteert u een of meer cellen en klikt u op de knop
voor de getalnotatie in de opmaakbalk. Gebruik de knoppen voor het verhogen of
verlagen van het aantal decimalen om het gewenste aantal decimalen in te stellen.

Hiermee geeft u de waarde als getal weer.

Het infovenster 'Cel' bevat meer opties voor getalnotaties.

Een getalnotatie instellen via het infovenster 'Cel'

1

Selecteer de cel of cellen.

2

Klik op de knop 'Info' in de knoppenbalk en klik vervolgens op de knop 'Celinfo'.

3

Kies 'Getal' uit het venstermenu 'Celnotatie'.

4

Geef in het veld 'Decimalen' het aantal decimalen op.

Als een getal meer decimalen bevat dan het aantal dat u instelt, wordt het getal
afgerond en niet afgekapt. Als u het aantal decimalen bijvoorbeeld hebt ingesteld op
2, wordt de waarde 3,456 weergegeven als '3,46' (en niet als '3,45').

5

Om de notatie voor negatieve waarden in te stellen, kiest u een optie uit het

venstermenu naast het veld 'Decimalen'.

6

Schakel het aankruisvak 'Scheidingsteken duizendtallen' in als u een scheidingsteken

voor duizendtallen wilt instellen. Schakel het anders uit.