Inhoud weergeven die niet in de tabelcel past
Als een cel te klein is om alle inhoud weer te geven, gebeurt het volgende:
Als de inhoud een getal of datum is, wordt een aanduiding voor bijsnijden
Â
weergegeven.
Aanduiding voor bijsnijden
Voor andere typen waarden wordt geen aanduiding voor bijsnijden weergegeven. U
Â
kunt alleen de inhoud zien die zichtbaar is binnen de grenzen van de cel.
Manieren om te werken met cellen waarvan de celinhoud te groot is:
Om een waarde in een cel in aangrenzende cellen te laten doorlopen, schakelt u het
m
aankruisvak 'Omloop' in de opmaakbalk of het aankruisvak 'Tekstomloop in cel' in
het infovenster 'Cel' uit. Getallen en datums worden altijd afgebroken, ook wanneer
omloop is uitgeschakeld.
Als de aangrenzende cellen leeg zijn, wordt de volledige celinhoud weergegeven.
Als de aangrenzende cellen niet leeg zijn, wordt de celinhoud afgekapt en wordt de
aanduiding voor bijsnijden getoond.
Om de celinhoud in de cel te laten omlopen en niet in de aangrenzende cellen
te laten doorlopen, schakelt u het aankruisvak 'Omloop' in de opmaakbalk of het
aankruisvak 'Tekstomloop in cel' in het infovenster 'Cel' in.
Als de celwaarden niet zichtbaar zijn omdat de kolommen te smal zijn, kunt u dit
m
corrigeren met de knop 'Passend' naast het veld 'Kolombreedte' in het infovenster
'Tabel'. Selecteer een cel, een of meer kolommen of de tabel en klik op de knop
'Passend'.
U kunt de kolombreedte ook wijzigen door de rechterrand van de verwijzingslabel
naar rechts te slepen of door een waarde op te geven in het veld 'Kolombreedte' in
het infovenster 'Tabel'.
Als de celwaarden niet zichtbaar zijn omdat de rijen te smal zijn, kunt u dit
m
corrigeren door op de knop 'Passend' naast het veld 'Rijhoogte' in het infovenster
'Tabel' te klikken. Selecteer een cel, een of meer rijen of de tabel en klik op de knop
'Passend'. Als u inhoud aan de rij toevoegt of uit de rij verwijdert, wordt de rijhoogte
automatisch aangepast.
U kunt de rijhoogte ook wijzigen door op de onderrand van de verwijzingslabel
te klikken en deze omlaag te slepen of door een waarde op te geven in het veld
'Rijhoogte' in het infovenster 'Tabel'.
U kunt het formaat van kolommen en rijen ook aan de inhoud aanpassen met behulp
m
van de verwijzingslabels.
Om de rijhoogte aan te passen aan de grootste inhoud, klikt u dubbel op de
onderrand van de verwijzingslabel van de desbetreffende rij. De kolombreedte wordt
niet automatisch aangepast als u wijzigingen aanbrengt in de inhoud.
Om de kolombreedte aan te passen aan de grootste inhoud, klikt u dubbel op de
rechterrand van de verwijzingslabel van de kolom.