Een rand van een tabelcel selecteren
Selecteer segmenten van een celrand wanneer u deze wilt opmaken of wilt verslepen
om de grootte van rijen en kolommen aan te passen. Eén randsegment is één zijde van
een cel. Een lang randsegment omvat alle aangrenzende randsegmenten.
Eén (horizontaal)
randsegment
Een lang (verticaal)
randsegment
Een lang (horizontaal)
randsegment
Eén (verticaal)
randsegment
Nadat u randsegmenten hebt geselecteerd, kunt u de kleur en lijn van de segmenten
opmaken zoals wordt beschreven in “De rand van tabelcellen opmaken” op pagina 96.
Ook kunt u de segmenten slepen om rijen en kolommen groter of kleiner te maken.
Zie “De grootte van een rij of kolom wijzigen” op pagina 71 voor meer informatie.
Manieren om randsegmenten te selecteren:
Om randsegmenten snel te selecteren om de opmaak ervan aan te passen, selecteert
m
u een tabel, rij, kolom of cel.
62
Hoofdstuk 3
Werken met tabellen
Hoofdstuk 3
Werken met tabellen
63
Klik op de knop voor het opmaken van randen in de opmaakbalk en kies een optie uit
het venstermenu.
Knop voor celranden
U kunt ook op de knoppen voor celranden in het infovenster 'Tabel' klikken om een
randsegment te selecteren.
Om randsegmenten te selecteren om de opmaak ervan te wijzigen of om rijen
m
en kolommen groter of kleiner te maken, moet u instellen dat u celranden kunt
selecteren. Kies 'Sta randselectie toe' uit het venstermenu van de knop voor het
opmaken van randen in de opmaakbalk of kies 'Tabel' > 'Sta randselectie toe' en
selecteer vervolgens de tabel waarmee u wilt werken.
De aanwijzer verandert van vorm wanneer deze op een horizontaal of verticaal
segment wordt geplaatst. Het randsegment lijkt te worden gesplitst door de aanwijzer.
De aanwijzer ziet er zo uit wanneer deze op
een horizontaal segment is geplaatst.
De aanwijzer ziet er zo uit wanneer deze op
een verticaal segment is geplaatst.
Om een lang randsegment te selecteren, klikt u op een horizontale of verticale celrand.
Om de selectie te wijzigen in één randsegment, klikt u nogmaals erop.
Om één of een lang randsegment aan de selectie toe te voegen, houdt u de Shift- of
Command-toets ingedrukt terwijl u klikt.
Om de selectie van één randsegment op te heffen, houdt u de Shift- of Command-toets
ingedrukt terwijl u klikt.
Om de selectie van één randsegment te wijzigen in die van een lang randsegment en
omgekeerd, klikt u op een rand.
Om in te stellen dat celranden niet kunnen worden geselecteerd, kiest u 'Tabel' > 'Sta
randselectie niet toe' uit het venstermenu voor het opmaken van randen in de
opmaakbalk of kiest u 'Tabel' > 'Sta randselectie niet toe'.