Kopteksten en voetteksten toevoegen aan een werkblad
U kunt dezelfde tekst op meerdere pagina's in een werkblad weergeven. Terugkerende
informatie die boven aan de pagina wordt weergegeven, wordt een koptekst
genoemd. Soortgelijke informatie onder aan de pagina wordt voettekst genoemd.
U kunt uw eigen tekst opnemen in een kop- of voettekst en u kunt opgemaakte
tekstvelden gebruiken. Als u gebruikmaakt van opgemaakte tekstvelden, wordt de
tekst die u invoegt automatisch bijgewerkt. U kunt bijvoorbeeld een datumveld
invoegen waarin de huidige datum wordt getoond. U kunt ook paginanummervelden
invoegen om paginanummers bij te houden wanneer u pagina's toevoegt of
verwijdert.
De inhoud van een koptekst of voettekst definiëren
1
Klik op de knop 'Weergave' in de knoppenbalk en kies 'Toon afdrukweergave'.
2
Om de gedeelten voor kop- en voetteksten weer te geven, houdt u de aanwijzer
boven of onder aan de pagina.
U kunt ook op de knop 'Weergave' in de knoppenbalk klikken en 'Toon lay-out'
selecteren.
3
Om tekst aan een koptekst of voettekst toe te voegen, plaatst u het invoegpunt in de
koptekst of voettekst en begint u te typen.
4
Zie “Paginanummers en andere variabele waarden in documenten invoegen” op
pagina 210 voor informatie over het toevoegen van paginanummers of andere
variabele waarden.