Standaardkenmerken voor geïmporteerde afbeeldingen instellen
U kunt voor geïmporteerde afbeeldingen onder andere een standaardschaduw, de
mate van ondoorzichtigheid en randen instellen.
De standaardkenmerken voor afbeeldingen instellen
1
Importeer een afbeelding zoals beschreven in “Werken met afbeeldingen” op
pagina 217.
2
Selecteer de afbeelding en stel vervolgens de gewenste kenmerken in.
Zie “Afbeeldingen bijsnijden” op pagina 220 en “De achtergrond of ongewenste
elementen in een afbeelding verwijderen” op pagina 222 voor informatie over het
verwijderen van ongewenste delen van een afbeelding.
Zie “De helderheid, het contrast en andere instellingen van een afbeelding wijzigen” op
pagina 224 voor informatie over het verbeteren van de kwaliteit van de afbeelding en
het aanbrengen van interessante effecten.
Zie “Objecten bewerken en ordenen en het uiterlijk van objecten wijzigen” op
pagina 237 voor informatie over het plaatsen en opmaken van de afbeelding.
3
Kies 'Opmaak' > 'Geavanceerd' > 'Definieer standaardstijl voor afbeelding'.
4
Verwijder de afbeelding van het werkblad.