Het venster 'Kleuren'
In het venster 'Kleuren' kunt u de kleur van tekst, tabelcellen, celranden en andere
objecten instellen. U kunt ook met behulp van de opmaakbalk kleuren toepassen. Het
venster 'Kleuren' biedt echter geavanceerdere opties voor kleurbeheer.
De kleur die u in het infovenster hebt ingesteld,
wordt in dit kleurenvak weergegeven. (De twee
kleuren in dit vak geven aan dat de mate van
ondoorzichtigheid is ingesteld op minder dan 100%.)
Met behulp van deze schuifknop kunt u de tint
in het kleurenvak lichter of donkerder maken.
Klik in deze kleurenschijf om
een kleur te selecteren.
U kunt de kleuren uit het kleurenvak naar het
kleurenpalet slepen, zodat u ze kunt bewaren.
Klik op het symbool met het
vergrootglas en klik vervolgens op
een onderdeel op het scherm om
dezelfde kleur in te stellen.
Hiermee kunt u de verschillende
kleurmodellen bekijken.
Met behulp van deze schuifknop
kunt u de tint in de kleurenschijf
lichter of donkerder weergeven.
Met het kleurenwiel in het venster 'Kleuren' kunt u de kleur selecteren. De
geselecteerde kleur wordt weergegeven in het vak boven in het venster 'Kleuren'. U
kunt de kleur bewaren door deze in het kleurenpalet te plaatsen zodat u de kleur later
nog eens kunt gebruiken.
Om een kleur uit het venster 'Kleuren' toe te passen op een object, selecteert u het
object en plaatst u de kleur vervolgens in het juiste kleurenvak in een infovenster.
U kunt op een kleurenvak in een van de infovensters klikken en vervolgens op een
kleur in het kleurenwiel klikken. U kunt ook een kleur vanuit het kleurenpalet of het
kleurenvak naar een kleurenvak in een infovenster slepen.
Manieren om het venster 'Kleuren' te openen:
Klik op de knop 'Kleur' in de knoppenbalk.
m
Klik op een kleurenvak in een van de infovensters.
m
Een kleur selecteren nadat u het venster 'Kleuren' hebt geopend
1
Klik op een willekeurige plaats in het kleurenwiel.
De geselecteerde kleur wordt weergegeven in het vak boven in het venster 'Kleuren'.
2
Om de kleur lichter of donkerder te maken, sleept u de schuifknop rechts naast het
kleurenwiel.
3
Om de kleur doorzichtiger te maken, sleept u de schuifknop 'Ondoorzichtigheid' naar
links of geeft u een waarde in het veld op.
4
Om het kleurenpalet te gebruiken, moet u het eerst openen. Dit doet u door de greep
onder aan het venster 'Kleuren' te slepen.
U kunt een kleur in het kleurenpalet bewaren door een kleur vanuit het kleurenvak
naar het kleurenpalet te slepen. U kunt een kleur uit het kleurenpalet verwijderen door
een leeg vierkantje te slepen naar de kleur die u wilt verwijderen.
5
U kunt een kleur laten overeenkomen met de kleur van een ander onderdeel op het
scherm door op het zoeksymbool aan de linkerkant van het kleurenvak in het venster
'Kleuren' te klikken.
Klik vervolgens in het scherm op het onderdeel of het gebied met de gewenste
kleur. De kleur verschijnt in het kleurenvak boven in het venster 'Kleuren'. Selecteer
het onderdeel waarop u de kleur wilt toepassen en sleep de kleur vervolgens uit het
kleurenvak naar het onderdeel.